Prettig wonen in Maasbree

Door: Judith Janssen

De provincie Limburg gaat een leefbaarheidsfonds instellen. Dat is een fonds waarmee allerlei initiatieven worden ondersteund die de leefbaarheid in een dorp of stad verbeteren. En dat is nodig want volgens de provincie staat de leefbaarheid van veel Limburgse steden en dorpen onder druk.

Maar wat is dat nu eigenlijk, leefbaarheid? Waar is die van afhankelijk, en hoe staat Maasbree er voor?

In het kort: leefbaarheid zegt iets over hoe prettig het is om ergens te wonen. Bijvoorbeeld, zijn er voldoende voorzieningen (winkels en scholen), is er sprake van geluidsoverlast, zwerfvuil of verloederd straatbeeld, is het veilig en is er voor de mensen die het nodig hebben voldoende hulp?

Leefbaarheid kun je meten. En dat doet het ministerie van Binnenlandse Zaken ook. Die publiceert elk jaar de leefbarometer waarop je alle gemeenten, dorpen en wijken kunt bekijken (kijk maar eens op Check je plek | Atlas Leefomgeving).

Je kunt bijvoorbeeld zien hoeveel schaduwrijke bomen er in de omgeving staan binnen 500 meter (vanaf mijn huis niet veel, slechts 5 procent), hoe donker het ’s nachts is (585 heldere sterren zou ik moeten kunnen zien), of er voldoende sport- en beweegmogelijkheden zijn (‘goed’, zegt de barometer) en wat de afstand is van een trein-, metro, of tramstation (‘slecht’, zegt de barometer: 6,8 kilometer).

Alleen qua voorzieningen scoren we een onvoldoende en wijken we (negatief) af van de rest van Nederland.

Maasbree scoort dus niet heel slecht. En toch voelen we ook hier dat de leefbaarheid onder druk staat. Het verenigingsleven voelt dat, want vrijwilligers zijn schaars en het ledenaantal neemt (bij sommigen) af.  En om de leefbaarheid op peil te houden heb je die allebei nodig.

Vrijwilligers kunnen dus bijdrage aan de leefbaarheid. En hoewel de jaren na corona dramatisch waren en er minder mensen vrijwilliger werden, gaat het nu langzaam weer de goede kant op. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek doen steeds meer mensen vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de bevolking boven de 15 jaar heeft zich ooit ingezet voor een organisatie of vereniging. En dat is een flinke stijging met 2022. Vooral bij sportverenigingen, scholen, en in de gezondheidszorg neemt het aantal vrijwilligers weer wat toe.

Hoeveel vrijwilligers Maasbree heeft, kon ik niet zo snel vinden. Maar wel dat 47 procent van de vrijwilligers die er zijn, vrijwilligerswerk doen bij een sportvereniging, en dat is beduidend meer als je het vergelijkt met de andere dorpen in Noord-Limburg (daar ligt dat percentage op 37%). Van alle vrijwilligers doet 8 procent werk in de sociale hulpverlening (rechtsbijstand en slachtofferhulp enzo) en ook dat is hoger dan het gemiddelde, van 3 procent. 11 procent doet vrijwilligerswerk in de buurt.

Ik ben zelf ook vrijwilliger. Niet heel erg actief, oké, maar ik zet me af en toe in voor de voetbalclub (en binnenkort ook voor de volleybalclub) en een paar keer per jaar voor een stichting die voetbalwensen verzorgt voor kinderen die het even lastig hebben. Ik ga dan met de kinderen en hun ouders mee naar een voetbalwedstrijd van VVV waar zij dan een vipbehandeling krijgen. Het kost een halve avond, maar levert voor maanden een glimlach op. Voor de kinderen en ook voor mij. Waarmee ik maar wil zeggen; ook met een paar uur per jaar kan je al bijdragen aan de leefbaarheid of simpel… aan geluk.

Deel dit bericht: