Blij dat de kermis er nog elk jaar is

Door: Judith Janssen

Nog een paar weken. Dan dreunt de muziek door de Dorpstraat, klinken kreten als ‘alweer een winnaar’ door de straten en rinkelen de belletjes van de carrousel op het Kennedyplein. Dan ruikt het dorp naar een zoete mengeling van suikerspinnen, kaneelstokken en suikerpinda’s. Dan weet je, het is weer kermis.

En hoewel ik zelf geen groot fan ben van de kermis, ben ik elk jaar toch blij dat die er weer is. Want heel vanzelfsprekend is dat niet meer. Steeds meer kermissen verdwijnen in Nederland, vooral uit de kleinste kernen. Ze zijn daar niet meer rendabel. Ze voldoen niet aan de wensen van de inwoners, of er wonen te weinig mensen die nog een rondje willen maken in de rups of de botsauto’s. In Maasbree gelukkig niet. Daar komen jaarlijks nog voldoende kermisexploitanten naartoe en dat is maar goed ook.

De kermis hoort erbij. Hele generaties zijn ermee opgegroeid. Ik weet nog hoe ik avonden urenlang rondhing bij de botsauto’s en mijn spaargeld vergokte bij de grijpautomaat. Hoe ik de ochtend erna op mijn buik over de grond van het Kennedyplein schoof in de hoop wat verloren muntjes te vinden.

Mijn kinderen doen nu precies hetzelfde. En net als mijn ouders, scharrelde ik tot voor kort op kermiszondag met de kinderen over het Kennedyplein. Net als mijn vrienden en vriendinnen van toen: slenterend met het kroost van de carrousel naar de treintjes, en later van de botsauto’s naar de rups, om de dag af te sluiten met een suikerspin.

De kermis is veel meer dan plat vermaak. Het is de plek waar opa’s en oma’s met de kinderen en kleinkinderen bij elkaar komen. Waar herinneringen worden opgehaald, verhalen verteld, ervaringen uitgewisseld. Waar weggetrokken dorpsgenoten voor één middag naar terugkeren. Waar we  – net als onze ouders- samen mopperen op de hoge ritprijzen en drammende kinderen. Het hoort er allemaal bij. En het gaat van generatie op generatie.

Ik weet niet hoe lang de kermis al in Maasbree komt. Maar ik weet wel dat de kermis een rijke, lange geschiedenis kent die teruggaat tot de middeleeuwen. Steden lieten in de zomermaanden markten toe waar vrije handel was toegestaan. Daarnaast vierden kerken hun kerkwijding (de dag dat de kerk werd ingewijd) met een Heilige Mis, de kerk-mis. Zo ontstonden kermissen, als een plek en moment van vermaak. Het is ook niet voor niets dat de attracties – ook bij ons- pal tegenover de kerk staan.

Sinds 2022 behoort de kermis tot het immaterieel erfgoed: het vormt een schakel tussen het heden, verleden en de toekomst. De kermis behoort tot onze cultuur. Het is cultuur van nu, geeft een gevoel van verbondenheid met vorige generaties en is tegelijkertijd ook toekomstgericht omdat mensen het willen doorgeven aan volgende generaties. Het belang van de kermis wordt op wereldschaal (Unesco) en nationaal niveau erkend.

We doen er goed aan om als dorpsbewoners samen na te blijven denken over de toekomst van de  kermis, om deze traditie toekomstbestendig maken en te houden. In de dorpen om ons heen blijkt dat steeds moeilijker. Dat moeten we hier niet laten gebeuren.

Foto: Omroep P&M

Deel dit bericht:

kermis-min